Hoe bouw ik een wagen?

De Kleine Bloemenstoet in Wommelgem gaat uit met wagentjes die gemaakt worden door gezinnen of verenigingen. De organisatoren leveren zoveel mogelijk materiaal en bijstand. Het is begrijpelijk dat het niet zo eenvoudig is een dergelijk wagentje in elkaar te boksen als je dat nog nooit gedaan hebt. Het is dan ook een regelmatige vraag de we krijgen. Hoe begin je in godsnaam aan zoiets. Hieronder geven we een korte handleiding van het prille begin tot het bloemrijke einde.

Een eerstevolgende fysieke opleiding is voorzien op donderdag 2 mei 2024 om 19.30 uur. Deze is gratis en volledig vrijblijvend. Inschrijven is wel noodzakelijk en kan via mail, telefoon of deze website.


Om het geheel leesbaar te houden verdelen we het wagenbouwen over een aantal stappen.

  1. Het chassis
  2. Het ontwerp
  3. Benodigd materiaal
  4. De onderbouw
  5. De buitenbekleding
  6. Bloemen
  7. Het steken
  8. De stoet
  9. Na de stoet

1. Het chassis

Een wagentje moet kunnen rijden en daar hebben we een chassis of onderstel voor nodig. Dat kan van alles zijn, als het maar wielen heeft en stabiel is. Er is van alles al gebruikt als onderstel. Denk maar aan een steekkar, bolderkar, kinderwagen, go-cart tot zelfs een aantal rolschaatsen achter elkaar die een slang vormden. Meestal is het onderstel een houten of ijzeren kader met achteraan 2 vaste en vooraan 2 draaibare wielen. Liefst kruiwagenwielen, die rijden het best. Als een onderstel moeilijk te vinden is, neem dan contact met ons. We hebben een aantal onderstellen die we kunnen uitlenen. Wat niet mag is een gemotoriseerd iets. De wagentjes moeten getrokken of geduwd worden.


2. Het ontwerp

De grootte van je onderstel bepaald in welke categorie je gaat rijden.

C categorieGrondvlak tussen 0.5 en 1.5 m2
B categorieGrondvlak tussen 1.5 en 3.0 m2
A categorieGrondvlak tussen 3.0 en 8.0 m2

Deze grootte beïnvloedt een beetje wat je kan uitbeelden op je wagen. We werken niet met een verplicht onderwerp. Je maakt wat je wil, maar denk er aan dat we een kinderstoet zijn. Van politieke, kwetsende of te beladen onderwerpen blijven we weg. Zoek nu wat je wil uitbeelden. Praat hierover ook met je kinderen, het wordt hun wagentje.

Bekijk of het idee kan gemaakt worden. Het moet passen op je onderstel. Zoek het in het begin niet te moeilijk. Een mooi vierkant huisje is beter dan een lelijke Donald Duck figuur. En het is ook eenvoudiger te maken. Het eerste jaar is meedoen belangrijker dan winnen. Zet wat schetsen op papier of maak een maquette. Denk eraan dat je het moet maken in bloemen en dat niet alle kleuren bestaan in dahlia’s.


3. Benodigd materiaal

Zoek het nodige materiaal bij elkaar. Let op de prijs, het is niet de bedoeling dat een wagentje veel geld gaat kosten. Voor de onderbouw heb je hout of ijzer nodig. De meeste wagentjes worden gemaakt met overschotten van balkjes en latten. Meer ervaren bouwers lassen betonijzer om de vorm te maken.

Je zal dus ook nagels, vijzen, hamer en een zaag nodig hebben.

Voor de buiten bekleding kan je verschillende materialen gebruiken. Je moet er een kram met een bloem kunnen in steken. Piepschuim (3 cm dik), karton (van grote verpakkingen), papier-maché (7 lagenkrantenpapier samengekleefd), …

Voor piepschuim kan je met ons contact opnemen. Zolang de voorraad strekt kunnen we dat gratis voorzien.


4. De onderbouw

Dit wordt het dragend gedeelte van de wagen waar we later de buitenlaag op bevestigen.

Heel veel wordt dit in hout gemaakt. Anderen lassen dit uit betonijzer.

Maak de ruwe vorm van de wagen. Zorg voor voldoende stevigheid. Onderschat het gewicht van de bloemen die er later opkomen niet. Je hoeft niet altijd volle platen te gebruiken. Een open structuur kan ook, die wordt later dichtgemaakt met de buitenbekleding. Met volle platen wordt de wagen trouwens te zwaar voor de kinderen om te trekken.

Als je piepschuim wil gebruiken, zorg je best voor een steunbalkje om de 50 cm. Anders maak je kans dat de piepschuim breekt.


5. De buitenbekleding

Nu wordt de onderbouw bekleed met piepschuim of iets dergelijks.

Dit kan je snijden tot de gewenste vorm. Hou er wel rekening mee dat er nog bloemen op komen. Die hebben een dikte van 2 à 3 cm. In deze buitenbekleding moet we bloemen met krammen kunnen vaststeken. Piepschuim van 3 cm is ideaal. Stevig karton kan ook. Ook papier-maché wordt gebruikt (dat is een aantal lagen papier die met behangerslijm op elkaar worden gekleefd). Wat bijvoorbeeld ook kan gebruikt worden is schuimrubber uit een oude zetel of matras.

Hierop kan je al vlakken tekenen en aanduiden welke kleur je hier wil prikken.


6. Bloemen

We gebruiken enkel dahlia bloemen voor onze wagentjes. Je moet die niet kopen. De organisatie zorgt voor het nodige aantal bloemen in verschillende kleuren en stelt die gratis ter beschikking.

Je kan zelf berekenen hoeveel je nodig hebt. Reken op een 500 bloemen per m2. In een bak zitten 300 tot 400 bloemen, afhankelijk van de grootte van de bloem. Eventueel kan je hulp vragen om het aantal benodigde bakken te berekenen.

Niet alle kleuren bestaan in dahlia’s. Bruine, groene of blauwe dahlia’s bestaan niet. Een beetje artistieke verbeelding is soms wel nodig.

Je geeft het aantal en de kleur op voorhand door en de organisatie zorgt voor de bloemen. We proberen zo veel mogelijk alle bestellingen juist te leveren maar het weer is belangrijk voor de bloemen en dat is onvoorspelbaar. Ook hier is soms wat flexibiliteit nodig.


7. Het steken

Vanaf vrijdagavond zijn de bloemen ter beschikking en kan het steken beginnen. Voor de volledigheid moeten we ook zeggen dat bloemen kunnen gekleefd worden.

Eerst het steken. Hiervoor gebruiken we krammen die ongeveer 1 cm breed en 7 cm lang zijn. Als organisatie kopen we elke jaar deze krammen in het groot aan en kan je die bij ons aan inkoopprijs kopen. Elke bloem wordt met een kram in de buitenbekleding gestoken. Soms worden bloemen bijgeknipt met een schaar om mooie rechte lijnen tebekomen.

Bloemen kunnen ook gekleefd worden op horizontale vlakken. Hiervoor gebruik je vrij dik afgemaakte behangerslijm. Verticale vlakken kunnen niet gekleefd worden.

Zorg voor het steken voor voldoende helpers. Anders is dit een zeer langdurig karwei.


8. De stoet

Je wagen is nu af. Je wordt aan de start verwacht rond 12 uur. Hoe de stoet verloopt wordt elk jaar met de deelnemende wagentjes in detail overlopen. Het is een dag van plezier en genieten van het applaus van het publiek. De wagentjes blijven maandag ten toon gesteld. Je komt je wagen terughalen rond 16 uur maandagavond.


9. Na de stoet

Je wagentje moet nu afgebroken worden. De bloemen worden van de wagen getrokken. De krammen kunnen gerecupereerd worden voor het volgende jaar. Nog bruikbaar grote stukken piepschuim kunnen gestockeerd worden. Je kan die eventueel ook terugbezorgen aan ons voor een volgende stoet. Kleine stukken en ander afval kan gestort worden. Ook daar zorgen wij voor. Geleende onderstellen komen ook terug naar ons.

En dan kan je al denken aan het ontwerp voor een volgende stoet.